zaterdag 5 maart 2011
Brugge
Stedentripje Brugge 29-30 januari 2011
Net als vorig jaar hebben we eind januari een jeugdherberg geboekt voor een stedentripje. Dit keer is het de stad Brugge die we bezoeken. Met de navigatie via Kees’ mobiel komen we vlakbij de jeugdherberg, alleen aan het eind worden we een dusdanig smal straatje ingestuurd dat we dat niet kunnen geloven en het eigenwijs een straat verderop proberen. Toch blijkt dat precies het goede straatje te zijn.
Parkeren kunnen we niet in die smalle steegjes in het centrum dus we besluiten eerst ergens anders te lunchen, dan onze bagage te droppen en vervolgens de auto te gaan parkeren en lopend terug de stad in te gaan. De lunch nuttigen we op een niet officiële parkeerplaats net buiten de stadsgracht, waar we de auto niet durven te laten staan. We parkeren de auto uiteindelijk net buiten de buitenste singel, waar gratis parkeerruimte genoeg is. De loopafstand tot het centrum is nog steeds maar een minuut of tien à vijftien.
We lopen in eerste instantie nog even naar de jeugdherberg waar we nu onze kamer in kunnen. Via een wenteltrap met een wel zeer lage armleuning – en een wel zeer diep trapgat - komen we op de derde verdieping waar onze kamer zich bevindt. Het geheel is maar een armoedig zootje en hoe het met de veiligheid is gesteld durven we ons niet goed af te vragen. Het licht op de w.c. doet het niet, en de douchegelegenheid ziet er ook niet al te fris uit. Op onze kamer treffen we twee stapelbedden, die wat kraken maar gelukkig wel van schone lakens voorzien zijn, al ruikt het er verder nogal bedompt. Gauw de ramen open en dan begeven wij ons ook weer op pad om Brugge wat te verkennen.
We lopen langs de St. Salvatorkerk, maar die is (momenteel?) niet te bezichtigen; ook van buiten is het al een imposant bouwwerk om te zien.
Bij de Onze Lieve Vrouwekerk hebben we meer succes, daar is het ook tamelijk druk met toeristen. We bezichtigen de kerk, missen het belangrijkste beeld: de Madonna met het kind van Michelangelo en lopen dan door het centrum naar het Belfort om die te beklimmen. Het is vandaag mooi helder weer dus voor het uitzicht kan het niet beter.
Zo denken meer toeristen erover want we staan een behoorlijke tijd in de rij om een ticket te bemachtigen en te starten met de beklimming van de 366 treden. Aan het eind is de trap zo nauw dat het een kunst is om boven te komen. Twee mensen kunnen elkaar niet passeren dus als er iemand naar beneden komt moet je weer terug naar een uitwijkplaats. Op de bovenste omgang is ook weinig ruimte, want meer dan de helft is afgesloten wegens bouwwerkzaamheden. Dat geeft bovenop een behoorlijk gedrang. Het uitzicht is mooi, maar dus maar naar twee kanten.
Op de bovenste verdieping zijn ook de 47 kleine, grote en enorme klokken van het carillon (beiaard wordt het in wikipedia genoemd) uit 1741 te bewonderen die elke tien minuten wel iets laten horen. Ze worden aangedreven door een mechaniek dat zich een etage lager bevindt en met “draden” met de klepels van de klokken verbonden is. Als er een wijsje speelt draait er een enorme trommel rond (zoals in speeldoosjes, maar dan in reusachtige uitvoering) voorzien van pinnen, die de juiste draden en daaraan verbonden klokken moeten activeren.
Als we uitgekeken zijn dalen we de trappen weer af en omdat we vrij laat waren met ons bezoek komen er rond deze tijd geen gasten meer omhoog, en kunnen we dus vrij snel doorlopen.
Na nog wat rondwandelen willen we een eetgelegenheid opzoeken; eerst lopen we van alles voorbij en er blijken ook veel restaurants aardig aan de prijs, maar tenslotte moeten we toch een keus maken en we zetten ons neer bij een vrij eenvoudig restaurant bij het Jan van Eyckplein aan de Spinolarei. We eten best lekker met een heerlijk toetje (chocolademousse) en keren dan weer terug naar de jeugdherberg. In de benedenzaal is een apart lounge gedeelte (met allemaal afgedankte stoelen, zeer onnozel opgesteld, je kunt er geen poot verzetten) met een enorm beeldscherm en de mogelijkheid een film te huren. Ymte Jan en Wieger zoeken een film uit, maar door het ontbreken van een goede afstandsbediening kunnen we het menu met de ondertitels niet bereiken en zijn we gedwongen de film (The Happening) in het Engels te zien en te begrijpen. Het is een bizarre, fantastische film over hoe delen van de USA getroffen worden door één of ander geheimzinnig virus, waardoor mensen eerst zeer vreemd reageren en vervolgens allemaal suïcidale neigingen hebben. De doden vallen bij bosjes uit de lucht. Kees en Wieger haken af, ook omdat de temperatuur in de kamer niet te harden zo warm is, Maar Ymte Jan en ik kijken de film wel uit.
Als we gaan slapen horen we op de kamers naast ons eerst een luidkeels en gezellig gezang, maar dat duurt gelukkig niet heel lang en we kunnen een redelijk rustige nacht genieten, afgezien van de krakende bedden.
Ontbijt zat dit keer niet bij het arrangement, dus we hebben zelf onze trouwe picknicktas meegenomen en eten smakelijk in de enige zaal op de begane grond die nog een beetje allure heeft. Na het ontbijt brengen we eerst onze bagage naar de auto en lopen dan nogmaals via een park langs de Singel de stad in. We lopen via het Minnewater en bezoeken het Begijnhof. Vlakbij staan allemaal koetsjes met paarden, die hier hun pauze- en voederstop hebben; een mooie plek om een restaurantje aan te doen voor koffie of chocolademelk. Hierna willen de jongens en Kees het chocolademuseum bezoeken en houd ik het bij een stadswandeling, met de nodige fotostops.
Voldaan van alle indrukken zetten we ons om een uurtje of twee in de auto en toeren via Zeeuws Vlaanderen Nederland in, waar we nog even een lunchstop houden. Het weer blijft goed maar ook erg koud, dus echt lang zitten we niet buiten. Via de tunnel onder de Westerschelde, Zuid-Beveland, Roosendaal en Dordrecht rijden we weer terug naar huis.
Begijnhof
Zicht vanaf de Sleutelbrug
Ezelspoort
Zicht op het Belfort vanaf de Rosenkaai
ramen met het kanten
paard-rondtochten aan het Wijngaardplein
huisjes aan het Walpein
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten